ONTSTAAN IN THEORIE, GELEERD DOOR PRAKTIJK

recensie door Maritt Serena Kuipers

Symposium Artistic Research in Daily Life

Wat is artistic research? Waarom zijn er zoveel verschillende vormen en wat zijn de regels?  Een discussie die ondertussen al zo oud en achterhaald is als de weg naar Rome, maar waar nog nauwelijks naar gekeken is, is waar de alumni van de opleiding Master Artistic Research bij stil hebben gestaan tijdens hun residentieperiode in Kunsthuis SYB: Wat is de impact van deze studie op hun kunstenaars praktijk, en hoe evalueren ze het curriculum van hun (nog jonge)opleiding? De alumni hebben hun residentieperiode in SYB aangegrepen voor een moment van rust na de intensieve twee jarige master. Het huis in de luwte werd een plek voor reflectie.  Waar ze tijdens hun studie geen moment echt de tijd voor hebben gehad, kreeg in SYB de ruimte. Wat heeft dit opgeleverd? Al deze vragen en meer, zouden tijdens het afsluitende symposium Artistic Research in Daily Life aan bod komen.

 
Het symposium begon opvallend. Na een korte introductie van moderator Heiðar Kári Rannversson, werd aan de hoofden van de opleidingen (Jeroen Boomgaard van de Master Artistic Research van de UvA en Lucy Cotter van de Master Artistic Research van KABK) alleen gevraagd kort een introductie te geven over de opleiding. Het in het oog springende verschil in de benadering van het wetenschappelijke aspect en de praktijk tussen beide leek het startsein te zijn voor een drietal zeer uiteenlopende presentaties van verschillende kunstenaars, die allen iets moesten verduidelijken over artistic research en de praktijk van de kunstenaar.
 
Daar waar het starre systeem van de Universiteit van Amsterdam het vaak aan de studenten zelf overlaat om uit persoonlijke fascinatie de juiste theoretische verdieping te vinden en deze op de een of andere manier aan hun praktijk te verbinden, en min of meer genoegen neemt met een toegenomen zekerheid over eigen onderzoek en praktijk, vertrekt de master van KABK juist vanuit de praktijk van de student. Daar waar de een geforceerd overkomt, probeert de ander een natuurlijk pad te volgen, van artistic research naar artists´ research en andersom.  Voor beide valt iets te zeggen, en beide willen het beste van twee werelden combineren. Maar geconfronteerd met onze eigen gedachten over Artistic Research in de black cube van Kunstenaar Sara Campos als onderdeel van haar presentatie ´een oefening in het luisteren naar elkaars stem en aanwezigheid´ leek elke logica of constatering een soort middel tot ontsnapping aan de situatie te worden. 
Daar stonden we dan allemaal, in het pikdonker. In een zwarte kubus van nog naar vochtige aarde en mest ruikend landbouwplastic, in stilte. In een door Campos opgedragen stilte, waarna we, als we wilden, iets mochten zeggen of rondlopen in het donker. Na de eerste schrik van oh jee, we moeten participeren, en oh nee, we moeten iets zeggen, veranderde de sfeer langzaam. Naarmate de temperatuur steeg in de plastic kubus, werden ook de tongen losser.  Van grimmigheid over sociale condities, over sociaal gewenst gedrag, het onvermogen weg te durven lopen uit slechte performances of slaapverwekkende lezingen; gingen de gesprekken langzaam over in observaties over de stilte coupés in de treinstellen van de NS en vrije uitloop kippen. Uiteindelijk splitste de groep zich op in een gedeelte dat toch naar buiten ging en een groep die de stilte, en tijd van de zwarte zweet kubus gebruikte om tot, ja.. tot wat eigenlijk te komen?

Na een kort intermezzo met koffie en cake zat iedereen wat rustig voor zich uit te staren op de café bankjes die achterin het huis waren geplaatst. Sommigen probeerden de kleverige zwarte kubus van zich af te schudden, anderen waagden een poging om het over de context van Artistic Research en participatie te hebben. Maar om een of andere reden had de zwarte kubus iedereen toch wat dichter bij elkaar gebracht, en de verwachtingen verzacht tot een aangenaam samenzijn.

Tijdens Esme Valk´s presentatie van haar projecten en onderzoeken ‘Showcasing Today’s Essentials‘ (2010) en ‘The Importance of the Composed Domain‘ (2012), zat ik ineens op het puntje van mijn stoel.
Op een losse en natuurlijke manier vertelde Valk stap voor stap hoe ze geïnteresseerd was geraakt in het onderwerp van haar kunstwerken en hoe haar onderzoek eruit had gezien. De concentratie en inspiratie die ik putte uit haar verhaal over haar onderzoek gaf mij een visioen van wat artistic research zou kunnen zijn. Precies dit, geen moeilijkheden met theorieën en filosofen die je uiteindelijk toch niet gebruikt en die je weg kan stoppen in je hoofd onder het label algemene ontwikkeling, maar een persoonlijk onderzoek, geboren uit fascinatie met het onderwerp van je werk. Een toevallige? bijkomstigheid was dat haar werk en artistiek onderzoek zich verdiepte in onder andere window display, stage design en modernisme, en op het vlak van vorm en beeldtaal alles goedmaakte wat veel artistic research projecten voor mij vaak verpest hadden door een compleet gebrek daaraan, gecombineerd met een overdreven hang naar tekst en onderzoek. Display, of hoe het onderzoek vertoond of geëtaleerd wordt, wordt vaak vergeten binnen artistic research. Valk (Piet Zwart Instituut, 2008) leek een natuurlijk evenwicht bereikt te hebben tussen theorie en praktijk, zonder ooit artistic research gestudeerd te hebben, of haar werk in die context te zien, alhoewel ze daar wel nieuwsgierig naar was. Praktijk en theorie wisselen elkaar af, in dezelfde mate dat kunst en wetenschap samengaan. En ik dacht bij mijzelf: She is having her cake and eating it too!
 
Misschien is dat het wel, misschien moet het niet benoemd worden, gestudeerd worden, maar gewoon gedaan worden. De bredere context wordt toch pas achteraf bepaald, wanneer de kunstgeschiedenis geschreven wordt. Wie zijn de kunstenaars die dan belicht worden als de ´succesverhalen´ van de stroming artistic research?
 
Het symposium vervolgde met een interessante presentatie van het werk van Rebecca Stephany voor Performance Project LISTE 17 (Basel, 2012), dat in eerste instantie niets met artistic research te maken leek te hebben, maar achteraf wel degelijk een specifieke relatie liet zien tussen verwachtingen en de context waarin werk gepresenteerd wordt en op welke manier de waarde  van kunst gerepresenteerd kan worden.
 
Het Zoldermuseum vertegenwoordigd door Iva Supic Jankovic en Isfrid Angard Siljeahug, sloot de avond af met een kort verslag over hoe ze van Kunsthuis SYB in Beetsterzwaag naar het huis van Louwrien Wijers in Ferweert zijn gelopen.  Na een wandeling van 12 uur, een afstand van 50 km overbruggend, hadden ze een aantal gesprekken met Wijers. Louwrien Wijers, die het symposium zelf ook met haar aanwezigheid vereerde is journalist, beeldend kunstenaar en Beuys adept, en probeert in haar werk een brug te slaan tussen de werkelijkheid waarin wij leven en een maakbare wereld, waarin individu, voeding en samenleving een holistische balans vormen. Zij heeft in 1990 daartoe het project ‘Art meets Science and Spirituality in a Changing Economy‘ opgezet, waarin zij grote wetenschappers, economen, denkers en kunstenaars bijeengebracht. Zo kwam er onverwacht een spiritueel en open einde aan het symposium. 
Tijdens het aflsuitende diner bespeurde ik een hernieuwd enthousiasme en optimisme bij de deelnemers en bezoekers van het symposium, en de roep om een vervolg klonk.
Geen conclusies aan het eind van dit informele symposium, maar wel een verlangen en een diepe behoefte aan een nieuwe vorm van kennis, en vooral aan het delen van die kennis die ontstaat als kunst en wetenschap elkaar ontmoeten, op een heldere en natuurlijke manier. 

 

Download de evaluatie van de deelnemers hier.  

TO HAVE ONE’S CAKE AND EAT IT TOO

Master Artistic Research (Universiteit van Amsterdam)
19 september t/m 23 oktober 2012

Deze recensie werd geschreven in het kader van het recensentenprogramma van SYB. De recensie mag rechtenvrij worden gepubliceerd mits daartoe vooraf toestemming is verleend door SYB.

 

Dit project wordt mede gefinancierd door het Mondriaan Fonds, de Provincie Friesland en de Universiteit van Amsterdam.