19 juli t/m 20 augustus 2006

VAN KOFFIEWANTEN TOT EEN BLAUWE STOEL

Recensie door Rients Kooistra

In Kunsthuis Syb hangen kleren aan oude muren, kinderspeelgoed ligt verzameld bij het podium, een stukje Kunsthuis Syb is getransformeerd tot meisjesslaapkamer, schilderijen met als voorbeeld zwart-wit foto’s hangen aan een wand. Een beamer projecteert vormen op witte lakens en een monitor toont een collage van bewegende beelden.

Het is maandagmiddag, een kleine week voordat aanstaande zondagmiddag de eindpresentatie en feestelijke afsluiting plaats zal vinden van ‘Van Koffiewanten tot een Blauwe Stoel’, een multimediaproject van Svetlana Prigoditch met medewerking van Nina Boas, Marieke Haandrikman en Floor van Slochteren. Svetlana Prigoditch werd door Kunsthuis Syb gevraagd een project te realiseren. Haar afstudeerproject uit 2005 ging over sprookjesachtige videovertellingen. Ze besloot dit thema verder uit te diepen. Ze nodigde drie haar bekende kunstenaars uit om ook deel te nemen aan het project. De grootste overeenkomst tussen het werk van de vier kunstenaars is de behoefte verhalen te willen vertellen. Nina Boas: “Het was opvallend hoe wij vooral in de eerste week met zijn vieren hier heel veel verhalen van elkaar hebben beluisterd. Verhalen over hoe en waar je geboren bent, hoe je ouders zijn, hoe het was op school enzovoort. Door dat hardop te vertellen realiseerde ik me steeds meer links met mijn eigen ontwikkeling als kunstenaar. Ik bedenk me nu ineens dat het misschien ook wel onze EIGEN sprookjes zijn die we hier vertellen. Want het zijn spróókjes: zoals dat is met een sprookje waarin je het verhaal nog voor een deel weet maar waarin je er heel veel omheen gaat fantaseren. Zo worden sprookjes steeds herschreven.” Naast de vele onderlinge verhalen was er tijdens de eerste week ook volop ruimte gemaakt voor ‘winkelen’. Winkelen in kringloopwinkels om attributen te verzamelen voor de vertellingen. Objecten en kleren die een rol zouden kunnen spelen in de video’s of performance of die associaties voor verhalen op gang zouden kunnen brengen. Als spiegels uit het verleden.

Zo dook Svetlana Prigoditch (Bereza, Wit-Rusland, 1982) in haar roots. Ze schilderde portretten waarbij eigen familiefoto’s de link naar het verleden waren.. “Schilderen had ik lang niet gedaan en ik heb het hier weer herontdekt. Dat kwam ook omdat de ruimte hier heel rustig is en omdat ik heel mooi licht heb gehad. Ik heb er met heel veel plezier aan gewerkt.” Ook andere foto’s legden een link naar vroeger. In de kringloopwinkel ontdekte ze een oostduits tijdschrift, met onder anderen een foto waarop vier Sovjet vrouwen geportretteerd staan.. Deze foto tekende Svetlana na, op hetzelfde formaat als de schilderijen”. Tenslotte werd de foto met de Sovjet vrouwen gebruikt voor een portret om het project in Kunsthuis Syb mee af te sluiten. In de buurt van Kunsthuis Syb zag Svetlana een grote, min of meer uitgedroogde boom. Vóór de boom op een bankje werden de vier kunstenaars geportretteerd in het kostuum waarmee ze tijdens het project in Kunsthuis Syb spelen. De performance die voor de boom is ontstaan wordt tijdens de feestelijke afsluiting getoond. De afsluiting van het project valt voor Svetlana in zekere zin samen met het afsluiten van een bezinning over een periode in haar leven.

Nina Boas (Saumar, Frankrijk, 1980) heeft om en rond het toneeltje in Kunsthuis Syb háár fantasiewereld gestalte gegeven. Tijdens de afsluiting doet zij een performance. Daarbij werkt ze met projectie en speelt het begrip schaal een belangrijke rol. Rondom een gaatje in het podium dat er uit zien als de toegang tot een muizenhol heeft ze een heel klein decortje ingericht met kinderspeelgoed zoals tafeltjes, stoeltjes en een badkuipje. Het kinderspeelgoed stamt uit de vijftiger en zestiger jaren en is gevonden in de kringloopwinkel. In het groot is ze met dat speelgoed gaan spelen. Eerst heeft ze het speelgoed gefilmd om het vervolgens in het groot te projecteren waarbij ze zelf weer in dat geprojecteerde decor een karakter speelt. Het geheel geeft het effect alsof ze zelf in die kleine wereld leeft. “Zo film ik mezelf ook verkleed als mannetje en dan laat ik hem op mijn schoot zitten, hou een hand vast of eet hem op. Ik ben echt Alice in Wonderland-werelden aan het maken. Ik ben me er veel meer in gaan verdiepen en ben we bewuster geworden waarom ik hier mee bezig ben. Zo ontdekte ik bijvoorbeeld dat ik vroeger, toen ik heel klein was, ook altijd van die installaties maakte met steeds dat spelen, stil in je hoofd met allerlei verhalen die je bedenkt. Dat heb ik echt terug gehaald en nu is mijn performance bijna een soort van hernieuwd kinderspel, alsof ik weer kind ben geworden dat met voorwerpen speelt.”

Marieke Haandrikman ( Slochteren, 1980) vond dat één specifieke kleine ruimte in Kunsthuis Syb zich er heel erg voor leende om er een ‘bakvis’ meisjeskamertje van te maken. Met Marieke zelf in de rol van ‘bakvis’ nam ze met een videocamera momenten op die zich in zo’n meisjeskamer kunnen afspelen. Zoals bijvoorbeeld het ‘oefenen om beroemd te worden’. Ook heeft ze geprobeerd de onbestemdheid die zo’n pubermeisje soms parten kan spelen in beelden uit te drukken. Marieke heeft zich bij de inrichting van de meisjeskamer helemaal laten inspireren door een lap stof die uit haar eigen jeugd komt. “Daar heb ik het hele kamerdecor naar ingericht. In de gefilmde performance speelt Marieke het meisje in kleren die ook weer aangepast zijn aan de stijl van inrichten van de kamer. “Ook heb ik op de rommelmarkt een poster gevonden met een jongen uit een boy-band. Die poster (van de Back Street Boys) heb ik persoonlijk gemaakt door voor mijn poster een foto te maken van mijn eigen vriend.”

Floor van Slochteren ( Groningen, 1977) spreekt in het kader van haar werk over ‘Theater van de realiteit’ . Een begrip dat associaties oproept met een opmerking van de Oostenrijkse toneelschrijver Thomas Bernard die met het nodige cynisme stelde dat ‘je geen monsters hoeft te verzinnen om er over te kunnen schrijven’. Floor van Slochteren heeft als hoofdwerk een film gemaakt met daarin drie personages die zij zelf speelt. De film gaat over trouwen maar dan wel een bijzondere vorm van trouwen. Opgenomen in het gemeentehuis in Beetsterzwaag laat ze ‘Rôze Wolk’ en ‘de Realist’ met elkaar trouwen. En natuurlijk zijn deze uitersten van gevoel en verstand aan het bekvechten. Als derde personage speelt daarom de ‘Ambtenaar van Emotionele Toestanden’ een rol.” In de loop van het verhaal blijkt ‘Rôze Wolk’ niet zonder ‘Realist’ te kunnen en ‘Realist’ niet zonder ‘Rôze Wolk’. Het is de tweestrijd die zich in de meeste mensen lijkt af te spelen. De Ambtenaar van Emotionele Zaken lijkt in dit geheel de overstijgende persoon te moeten spelen die de bindende factor is tussen uitersten. Floor is als enige van de vier kunstenaars bezig geweest met het schrijven van een scenario. Dat lijkt misschien een meer geconstrueerde manier van werken in vergelijking tot hoe de andere drie kunstenaars werken. Maar “binnen de ontwikkeling van mijn script kan het ook alle kanten uit gaan”, aldus Floor van Slochteren. En daarbij is ze bijna wel genoodzaakt gebruik te maken van een script-lijn omdat ze zelf drie rollen speelt en het makkelijk is de lijn van het verhaal te verliezen.

In het project ‘Van Koffiewanten tot een Blauwe Stoel’ heeft iedere kunstenaar een heel persoonlijke sprookjesachtige, fantastische vertelling gemaakt in de vorm van een video of een performance. Nina Boas vindt ook dat het hún persoonlijke sprookjes zijn maar dat deze verhalen voor anderen ook weer heel herkenbaar kunnen blijken te zijn. Marieke Haandrikman komt daarbij tot een verrassende constatering:”Ik realiseer me nu ineens dat Svetlana heel erg bezig is met de periode van zelfs vóórdat ze geboren werd, dat Nina bezig is met toen ze heel erg klein was, dat ik bezig ben met mijn puberteit en dat Floor bezig is met heel recente persoonlijke geschiedenis. Misschien is het de leeftijd die wij hebben, een leeftijd waarop je bezig kunt zijn met hoe je leven tot nu toe gegaan is.”

De vorm waarin het project ‘Van Koffiewanten tot een Blauwe Stoel’ door de vier kunstenaars gegoten is laat zich niet definiëren tot traditioneel kunstzinnige uitingsvormen. Svetlana schildert niet alleen, ze filmt, ze tekent en ze speelt ook. Nina is bezig met filmen, ensceneren en toneel spelen. Marieke fotografeert, filmt en ensceneert terwijl Floor filmt, schrijft en videocomposities maakt. “Misschien zijn wij wel bijzonder authentiek!”, stelt Svetlana. Men zou het een vorm van levenskunst kunnen noemen waarbij het medium waarin de vorm gegoten wordt afhankelijk is van de behoefte van het moment.Het is de Belgische filosoof Raoul Vaneigem die in zijn werk ‘Handboek voor de jonge generatie’ uit 1967 spreekt van de ‘Omkering van het perspectief’ als een behoefte om als individu op een wezenlijk andere manier in de wereld te staan. In plaats van ons handelen te meten naar de ogen van de anderen betekent de omkering van het perspectief “een vaste greep op onszelf krijgen, onszelf kiezen als uitgangs- en middelpunt, alles baseren op de subjectiviteit en gehoor geven aan de eigen subjectieve wil om alles te zijn”. Waarbij de onweerstaanbare behoefte van de vier kunstenaars in Kunsthuis Syb om te (blijven) spelen ons reikhalzend uit doet kijken naar het eindresultaat van het project ‘Van Koffiewanten tot een Blauwe Stoel’.

VAN KOFFIEWANTEN TOT EEN BLAUWE STOEL
Svetlana Prigoditch
Projectperiode 19 juli t/m 20 augustus 2006

Deze recensie werd geschreven in het kader van het recensentenprogramma van SYB. De recensie mag rechtenvrij worden gepubliceerd mits daartoe vooraf toestemming is verleend door SYB.

Dit project wordt mede gefinancierd door de Mondriaanstichting en de Provincie Fryslân.