28 november 2007 t/m 6 januari 2008

DE DESOLATE ESTHETIEK VAN SIEBE DE BOER

Recensie door Klaas Koetje

Siebe de Boer heeft de afgelopen weken in Kunsthuis SYB gewerkt aan een nieuwe, zijn vijfde animatiefilm. Na zijn eindexamenfilms ‘Z.T.’ (Academie Minerva, Groningen, 2004) en ‘Bright Light, Black Out (Frank Mohr Instituut, Groningen, 2006) is ‘Gloeiland’ de komende weken te zien achter de ramen van het kunsthuis. Hopelijk wordt het niet al te koud want de films van De Boer nodigen uit tot meerdere keren achter elkaar zien en dat is geen pretje als het vriest dat het kraakt.

Hoewel nog niet af toen ik het zag, is ‘Gloeiland’ weer een animatiefilm die de kijker meeneemt in een glijvlucht door een fictief, zij het herkenbaar, nachtlandschap. Vervreemdend omdat veel niet klopt en tegelijkertijd zo duidelijk aan de realiteit is ontleend. Dat is een resultaat van de werkwijze van De Boer. Hij tekent in een 3D-computerprogramma ( 3ds Max voor de liefhebbers) zijn wereld en laat daar bewust elementen uit weg of combineert bestaande elementen tot een nieuwe constructie. In ‘Gloeiland’ zit bijvoorbeeld het beeld van een perron met overkapping dat herkenbaar is maar opgebouwd uit delen van verschillende, bestaande spoorwegstations. Uit het interieur van Kunsthuis SYB zijn beeldbepalende elementen weggelaten als de verhoging in het voorhuis en de keuken in de bovenwoning waardoor het geheel een ontluisterende indruk wekt.
Ook minder opvallende verschijnselen worden gemanipuleerd, zeker als je bedenkt dat ‘de sublieme schoonheid van lichtvervuiling’ de ondertitel van ‘Gloeiland’ is. Wie aan ‘echte’ lichtvervuiling denkt, weet dat de nacht niet meer donker is maar voortdurend in een al dan niet gekleurde zweem van licht is gehuld. In de animaties van Siebe de Boer is het hartstikke donker behalve op de plekken waar licht is. De vervuiling is teruggebracht tot de bron en directe omgeving en in dat perspectief moet ‘lichtvervuiling’ zeker niet als maatschappelijk oordeel worden gezien. Lichtvervuiling wordt hier verwerkt tot een esthetische essentie en daarmee word je bijna uitgenodigd om zo gauw het duister wordt zoveel mogelijk lampen te ontsteken en alle overwegingen ten aanzien van het milieu te vergeten. Het is niet voor het eerst dat in de kunst het lelijke of verwerpelijke wordt omgezet in esthetiek. Het verleidt ook tot overpeinzingen als je langs een groot kantoorgebouw rijdt: hoe zou dat eruit zien als De Boer dat zou bewerken.

Al deze ingrediënten leiden tot een uiterst aangename kijkervaring waarbij de perspectivische beweging door het landschap bijdraagt aan een bijna hypnotiserende ervaring. De aard van die beweging draagt daar aan bij. In pakweg drieëneenhalve minuut is de kijker deelgenoot van een lange reis tussen een station en de bovenkamer van Kunsthuis SYB. De slowmotionachtige glijvlucht is tegelijkertijd een snelle reis waarbij het toch mogelijk is om alles wat in beeld komt voldoende waar te nemen. Je voelt je als kijker opgetild en met onzichtbare en niet-voelbare kracht gestuurd en dat helpt om je te verliezen in het beeld. Het is te vergelijken met een uittredingservaring waarbij de geest het lichaam verlaat en zich razendsnel kan verplaatsen maar toch heel intens waarneemt en geen detail aan de aandacht ontsnapt.

Maar……
Het nadeel, zeker als je meerdere animaties van Siebe de Boer hebt gezien, is dat de aanpak weinig verrassend is. Ik kan me uit ‘Bright Light, Black Out’ (eindexamenfilm Frank Mohr Instituut, Groningen, 2006) een sequentie herinneren waarin de beweging langs een groot gebouw omhoog gaat en ineens een blik biedt op een helverlichte stad. Dat is een uiterst spannende en spectaculaire overgang. In ‘Gloeiland’ zit iets dergelijks aan het begin. Daar zweeft de kijker aanvankelijk door een catacombeachtige ruimte om via een trapje plotseling te belanden op een perron. Van mij mogen er wel meer van dit soort spannende overgangen in de animaties zitten waarbij de kijker in het ongewisse wordt gelaten wat precies de situatie is en pas achteraf het verhaal weet te construeren. In de onaffe versie van ‘Gloeiland’ zat bijvoorbeeld een mooie bijna abstracte weergave van een autosnelweg met op- en afritten. Alleen maar lichtbanen (van auto’s) en verder een zwarte wereld daarachter. Je kijkt, je herkent iets maar weet niet precies wat. Op de weblog van De Boer die hij bijhield terwijl hij in SYB werkte, zag je dat hij daar toch nog hoogspanningsleidingen had ingebracht. Juist naar aanleiding van dit voorbeeld, bekroop me het gevoel dat de animaties, hoe leeg ze ook al zijn, hier en daar versterkt zouden kunnen worden door (nog) meer weg te laten. Een mooi voorbeeld daarvan is het tankstation waar geen contour van een auto is te bekennen of een silhouet van een benzinepomp. Slechts de lichtbanen van koplampen en de overkapping zetten het beeld voldoende neer. Bij dit laatste twijfelde ik of het noodzakelijk was om de ‘realiteit’ van achterlichten te laten zien maar uiteindelijk denk ik dat het tegen de werkelijkheid aanschurken toch boeiender is.

Als je het zo beziet, is er toch sprake van ontwikkeling richting leegte en dat is nodig omdat je de neiging van De Boer ziet om te illustreren. In ‘Z.T.’(eindexamenfilm Academie Minerva, Groningen, 2004) zijn nog vijf mensfiguren te zien. In ‘Bright Light, Black Out’ is daar al geen sprake meer van en ‘Gloeiland’ is zonder meer de meest desolate van de drie. Dat kan aan het tijdgebrek liggen maar Siebe de Boer kan daarmee zijn zegeningen tellen. Zijn aanvankelijke voornemen om in SYB drie tot vier animaties te maken moest al snel plaatsmaken voor het gegeven dat hij met enige pijn en moeite één nieuwe animatie kan afronden. Het is te hopen dat hij in de laatste dagen voor de presentatie niet teveel nieuwe elementen in zijn animatie stopt en daarmee alsnog het nachtlandschap teveel decoreert. Gelukkig kost het ‘renderen’ (de computer moet de ontwerpen omrekenen naar beeld) van de animaties erg veel tijd en bestaat de kans dat die boeiende tocht van de onderwereld (de catacomben) naar de al evenmin aanlokkelijke bovenwereld (de verlaten bovenwoning van Kunsthuis SYB) blijvend het ongemak behoudt van een romantische glijvlucht door een landschap waar een weldenkend mens niet zou (willen) kunnen leven.

Presentatie:

Niet onbelangrijk is dat Siebe de Boer met deze animatie een presentatievorm wil uitproberen die hij nog niet eerder heeft gebruikt. Meestal vertoont hij de animaties in een projectievlak, doorgaans met een beamer, in een ruimte waar men in alle rust de beelden aan zich voorbij kan laten trekken.
In SYB wil hij met zoveel mogelijk televisie(monitoren)s achter de ramen van het Kunsthuis ‘Gloeiland’ vertonen. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Het is mogelijk dat de gevel een constant bewegend beeld wordt. En, zoals hijzelf verwacht, voegt hij nog meer lichtvervuiling toe aan de Hoofdstraat van Beetsterzwaag zoals die in elke Nederlandse winkelstraat, zeker rond de kerst, voorkomt. Het zal in ieder geval een welkome onderbreking zijn van de gemiddelde fantasieloze etalageverlichting waar de middenstand zich doorgaans van bedient. Het enige gevaar schuilt toch in het weer. De animaties, en daar zal, ondanks de kritische opmerkingen, ‘Gloeiland’ geen uitzondering op zijn, nodigen vooral uit om vaker achter elkaar te zien. Als het dan regent of vriest, ben ik bang dat de kijker of de toevallige passant niet veel meer zal doen dan het werpen van een vluchtige blik. Dat zou jammer zijn want de beelden die Siebe de Boer ons voorschotelt zijn in ieder geval de moeite waard.
Ook nieuw is dat er geen geluid toegevoegd is aangezien de vertoning bij SYB een raamexpositie betreft. Bij ‘Z.T.’ had een gedeelte uit de soundtrack van de film ‘Donnie Darko’ een toegevoegde waarde. In de onaffe versie van ‘Gloeiland’ miste ik het geluid niet. Er schuilt voldoende kracht in beeld en beweging om de aandacht vast te houden. Of dat stand houdt in de Hoofdstraat van Beetsterzwaag als auto’s langsrijden en snackbarbezoekers zich luidruchtig huiswaarts begeven, is de vraag.

Dat is natuurlijk minder relevant dan de vraag of Siebe de Boer met dit project in SYB een volgende stap heeft gezet in de ontwikkeling van een eigen beeldtaal. Zoals gezegd zal de kunst van het weglaten verder moeten worden ontwikkeld anders kan deze werkwijze snel leiden tot edelkitsch of een vormgeving die zich niet of nauwelijks onderscheidt van computergames al lopen er dan geen schietende en moordende figuren in rond.

Naschrift:

Bij de uiteindelijke presentatie bleek dat Siebe de kunst van het weglaten beheerst. Geen hoogspanningsmasten, verrassende zwarte scènewisselingen…..’Gloeiland’ is zijn beste animatiefilm tot nu toe.

GLOEILAND
Siebe de Boer
Projectperiode 28 november 2007 t/m 6 januari 2008

Deze recensie werd geschreven in het kader van het recensentenprogramma van SYB. De recensie mag rechtenvrij worden gepubliceerd mits daartoe vooraf toestemming is verleend door SYB.

Dit project wordt mede gefinancierd door de Mondriaanstichting en de Provincie Fryslân.